maandag 25 maart 2013

Aan de Maliebaan

 
Aan de Maliebaan
 
Elke maandagmiddag liep ik
langs de lange Maliebaan
‘k Zag er tegenop als tegen de
hoge huizen in de laan
 
Juffrouw Kleijnstra was groot
al leek dat maar zo te zijn
Want zij was al een oude vrouw
en ik als kind nog klein
 
Het huis stond vol met klokken
Het rook er oud en muf
Op de klep van de piano
tikte ‘t potlood van de juf
 
Haar gezicht dichtbij het mijne
Ik hopend dat het goed zou gaan
dat de les bijna voorbij was
maar de tijd leek stil te staan
 
               Juffrouw Kleijnstra
               U zal wel al heel lang dood zijn
               De muziek allang verstomd zijn
               Maar telkens als ik langs uw huis fiets
               aan de Maliebaan
               Lijkt er achter ’t grote raam
               een schim van u te staan
               En hoor ik weer de klokken slaan
               En hoor ik weer het potlood gaan
tot de les weer is gedaan
               Aan de Maliebaan
 
Op een zekere maandagmiddag
stond ik voor een dichte deur
Stiekem blij want even vrij
van de wekelijkse sleur
 
Ik ben toen maar naar huis gegaan
van ’t wachten snel verveeld
Ik heb op de Maliebaan
nooit piano meer gespeeld
 
Niet meer tikte ‘t potlood
de noten in ‘t gelid
De klokken in het huis
hadden de tijd voorbij getikt
 
In ’t ziekenhuis nog langs geweest
een vreemd gezicht was het
Voor ‘t eerst leek u toen op uw naam
zo klein in ‘t grote bed
 
               Juffrouw Kleijnstra
               ..
 
 
Fragment uit: Sonatine Op. 55, nr. 3, Fr Kuhlau

Geen opmerkingen:

Een reactie posten